Over

Hoe ik verhalenverteller ben geworden

De vader van mijn beste vriend had iets bijzonders. Hij kon verhalen vertellen als de beste. Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe hij een groepje Haagse kinderen helemaal inpakte met z’n verhalen, ze hingen aan zijn lippen. Dat raakte me, want zoiets wilde ik ook kunnen. Maar, dacht ik steeds, dat is niets voor mij. Ik kon me niet voorstellen dat ik dat ook zou kunnen.

Voorlezen

Na de middelbare school ben ik naar de PABO gegaan. Ik vond er (toen) niet veel aan, behalve op het toneel staan en voorlezen in de stagegroepen. Dat vond ik heerlijk. Gestopt met de PABO en gestart met de Bibliotheekopleiding, waar ik met heel veel kinderboeken in aanraking kwam. In de loop der jaren heb ik heel veel schoolklassen bezocht en ontvangen in de bibliotheek. Voorgelezen uit Jubelientje (Hans Hagen), Roosmarijn (Lydia Rood), over een kleine mol (Wolf Erlbruch), Bobbel en Piesie (Joke van Leeuwen) en de dierenverhalen van Toon Tellegen.

  

Tijdens een overleg van jeugdbibliothecarissen vertelde Petra Heimeriks van Bibliotheek Rivierenland over De Vliegensvlugge Verteller. In 20 minuten vertelt ze over 7 boeken uit de schoolbibliotheek om kinderen op die manier enthousiast te maken om de boeken te gaan lezen. Stukje vertellen, stukje voorlezen. Hoe simpel kan het zijn. 

Ik ben daar mee aan de slag gegaan in de Kinderboekenweek: 7 bekroonde boeken in mijn bakfiets. Zeven voorwerpen die iets te maken hadden met een bekroond boek in de koffer en de scholen van mijn werkgebied af. De korte tijd die je hebt per boek dwingt je om meteen tot de kern van het boek te komen of om meteen een heel spannend stuk te vertellen. Kinderen smulden ervan (en ik ook). 

Ieder jaar ging ik voor de Kinderboekenweek op zoek naar een originele invulling van de Vliegensvlugge Verhalenverteller (de naam iets aangepast waardoor het net lekkerder bekt). Het liefst aansluitend op het thema van de Kinderboekenweek. Met een boekenmachine, een smokkeljas en met aangespoelde flessen van een Friendship. 

Steeds meer verhaal, steeds meer mijn eigen invulling van het verhaal. In 2016 heb ik voor het eerst écht verteld, geen boek als ondersteuning, geen voorwerpen, alleen mijn taal en mijn lijf. Dat was op een vertelevenement in het kader van Wereldverteldag. Samen met twee andere verhalenvertellers (Paul Groos en Nadja Spooren). De zenuwen gierden door mijn lijf en het was niet goed, maar ik was wel blij dat ik het uiteindelijk had gedurfd. En ook…wist ik dat ik wel verder wilde met vertellen. 

Kampvuurvertellingen 

In 2016 was ook de eerste editie van  Kampvuurvertellingen in Wijchen. Een aantal Wijchense verhalenvertellers vertelde op de laatste vrijdag van de zomervakantie op het terrein van de scouting. Als bibliothecaris vond ik de bibliotheek een natuurlijker plek voor zo’n evenement en samen met de Marc en Mariska van Kampvuurvertellingen besloten om de editie van 2017 bij de bibliotheek te organiseren. En meteen gevraagd of ik ook mocht vertellen… 

Kampvuurvertellingen 2017
boven v.l.n.r.: Paul Groos, Joost Schellekens, Nadja Spooren, Martin Bergsma
onder: Marc van Kampen, Mariska van de Steege

Na die editie durfde ik mezelf verhalenverteller te noemen. Zachtjes dan, niet te hard van de daken schreeuwen. 

Vanaf die editie van Kampvuurvertellingen ook op meerdere plekken verteld, zoals het jubileum van Brede School Het Noorderlicht, Kerstsprookjesfestijn Wijchen, Duivelsberg Vertelfestival in Berg en Dal, Festival Tussenland en Verhalen in het Bos. Ik vertel regelmatig op scholen en geregeld in CODA in Apeldoorn.

In februari 2020 ben ik gestart met de Leerroute Vertellen voor een groot publiek aan de Vertelacademie in Utrecht

Vertellend in beeld